Home > Brazilië en Venezuela, twee machten die de wereldorde uitdagen
INLEIDING
Brazilië en Venezuela zijn twee Zuid-Amerikaanse regionale machten, zij het met verschillende kenmerken. Brazilië kan als dominante Latijns-Amerikaanse mogendheid duidelijk worden omschreven als een opkomende grootmacht, terwijl Venezuela meer de status van een middenmogendheid heeft. Het waren echter vooral deze laatste die een lokale leidersrol onder de Zuidamerikaanse staten ambieerden. Het is dan ook begrijpelijk dat Brazilië, omdat het wil voorkomen dat Venezuela zijn status als lokale leider in twijfel trekt, probeert de invloed van zijn Bolivariaanse buur in te dammen. Beide naties streven naar de totstandkoming van een multipolaire internationale orde, die gekenmerkt wordt door een evenwichtiger herverdeling van de macht. Deze tegenstrijdige realiteit doet de volgende vraag rijzen: "Brazilië en Venezuela, twee machten die de wereldorde betwisten: hoe zit het met hun visies op de opbouw van een multipolaire wereld? Terwijl Venezuela de grondslagen van het huidige internationale systeem, dat wordt belichaamd door de structuren die door de Verenigde Staten zijn ingesteld, ter discussie stelt, is de houding van Brazilië gematigder: in tegenstelling tot Venezuela roept Brazilië op tot ingrijpende hervormingen van de huidige wereldorde, terwijl de huidige fundamentele structuren behouden blijven. Het doel van deze analyse is een antwoord te geven op de gestelde vraag door zich te concentreren op het theoretische concept van de multipolariteit in de internationale betrekkingen, dat nauw verbonden is met dat van het machtsevenwicht. Dit laatste, waargenomen vanuit het realistische perspectief van de internationale betrekkingen, is een onderzoekstaak die factoren zal omvatten die behoren tot het liberale en het op identiteit gebaseerde perspectief.
In de eerste plaats en vanuit het oogpunt van het theoretisch kader, is het belangrijkste kenmerk van de staat, die het internationale systeem domineert, het vermogen om het bestaan van een andere staat te bedreigen. Daarom moeten zwakkere staten allianties vormen om weerstand te bieden aan de superieure mogendheden. Volgens de theorie van het machtsevenwicht zijn deze allianties in een multipolair systeem niet gebaseerd op gedeelde waarden, maar worden zij opgebouwd om tegenwicht te bieden aan de dominante macht.
[...]
Het thema van de geopolitieke en strategische allianties in Latijns-Amerika wordt geïllustreerd door de vele veranderingen die Chavez teweegbracht na zijn verkiezing in 1998. Hij zal namelijk elke gelegenheid aangrijpen die Venezuela wordt geboden om tegenwicht te bieden aan de invloed van de VS in Zuid-Amerika, maar ook op internationale schaal. De vastberadenheid van de nieuwe Venezolaanse president is ingegeven door de ideeën van de Bolivariaanse Revolutie - van Simon Bolivar, een belangrijke, zij het tegenstrijdige, speler in de onafhankelijkheid van de noordelijke koloniën van het Zuidamerikaanse continent. Deze ideologie, waarvan de grondbeginselen die van het "negentiende-eeuwse socialisme" zijn, is de drijvende kracht geweest achter de onafhankelijkheid van Venezuela.ème Het uitwisselingsprogramma van Chavez is "petro-diplomatie", d.w.z. het opbouwen van allianties door middel van contracten voor de exploitatie van Venezolaanse olie door buitenlandse bedrijven, wat antikapitalistisch en dus anti-Amerikaans is. Overtuigd van het verzet van de VS tegen de "Bolivariaanse Revolutie", voerde Chavez een beleid om de gevestigde orde van het wereldbestuur, zoals we die nu nog kennen, om te vormen tot een multipolaire wereld. Het doel van de president is de confrontatie met het economisch neoliberalisme en de mondialisering als middel om dit te bereiken, tot slottot acties tegen Amerikaanse belangen.
[...]
Brazilië daarentegen voerde een pragmatisch, gematigd beleid, maar was vastbesloten om een multipolaire wereld tot stand te brengen waarin de Verenigde Staten een bondgenoot zijn als alle andere. Dit punt is van cruciaal belang omdat het de ideologische breuk tussen het anti-Amerikaanse Chavisme en het Braziliaanse standpunt markeert. Lula, de toenmalige arbeiderspresident van Brazilië, was namelijk anti-liberaal, de stichter van de Arbeiderspartij, zonder banden met de communisten of de sociaal-democraten, wier programma volledig gericht was op de strijd tegen de supermacht en de hegemonie van het dominante economische model op deze planeet. De visie van Lula da Silva is meer gebaseerd op samenwerking tussen landen die zich verzetten tegen de overheersing van de gevestigde orde dan op een doctrinaire en ideologische strijd zoals die welke door Chavez wordt voorgesteld. Lula's doel zal zijn normale diplomatieke en handelsbetrekkingen met Washington te smeden. Deze verzoeningsgezindheid zal ook in de toekomst door de regering Rousseff worden gehandhaafd.
Het gebrek aan middelen om het internationale systeem om te vormen en een einde te maken aan de overheersing door de Verenigde Staten, brengt Venezuela en Brazilië ertoe een beleid van "soft balancing" tegen de Verenigde Staten te voeren. Deze "zachtere" vorm van traditionele "machtsbalancering" is erop gericht de kosten voor de supermacht te verhogen door middel van een reeks diplomatieke acties. Zoals in de loop van deze analyse is uiteengezet, heeft dit zich voor Venezuela vertaald in systematisch verzet tegen elke vorm van samenwerking (op het gebied van verdovende middelen bijvoorbeeld), het aangaan van allianties met landen die ideologisch dicht bij elkaar staan (Wit-Rusland, Cuba, Iran), door obstakels op te werpen in internationale fora (parallelle organisatie van anti-Amerikaanse topconferenties), door tegenvoorstellen te formuleren (de oprichting van ALBA) en door in te spelen op diplomatieke spanningen (onderhandelingen met Rusland over de plaatsing van raketten op Venezolaans grondgebied, bijvoorbeeld). Alle acties van Venezuela werden geleid door de Bolivariaanse revolutionaire ideologie. Brazilië had inderdaad een andere visie op de opbouw van een multipolaire wereld. Zij baseerde het internationale politieke beginsel van "zacht balanceren" niet op een ideologisch systeem. Brazilië, dat zijn belangen pragmatisch nastreefde, wist dat het zijn machtige Noord-Amerikaanse buur niet van zijn strategieën kon uitsluiten. Daarom heeft zij verschillende economische, institutionele en diplomatieke instrumenten gebruikt om de regels van de gevestigde orde te hervormen. Brazilië heeft dus de grondslagen van dit internationale systeem, zoals vrije markten of democratie, waarop het zijn macht heeft ontwikkeld, niet ter discussie gesteld. Haar aanpak bestaat in het ontwikkelen van multilaterale partnerschappen met alle actoren op het internationale toneel. Het valt nog te bezien of de visies van een nieuwe wereldorde volgens president Lula en president Chávez een continuïteit zullen vinden in het beleid van Dilma Rousseff en Nicolás Maduro.
2021 Alle rechten voorbehouden door BRAUN